Wij zijn niet bang
- bkeizerr
- 30 mrt 2016
- 3 minuten om te lezen
Het zou een doodgewone week in maart moeten zijn. Waarin onze grootste zorgen gaan over het wisselvallige weer tijdens Pasen. In plaats daarvan worden in Brussel de 32 lijken geïdentificeerd. Alweer een aanslag.

Ik krijg een melding binnen op mijn telefoon. ‘Explosies op vliegveld bij Brussel’. Het zou toch niet? Ik krijg een akelig déjà vu-gevoel van de aanslagen in Parijs op 13 november. Beelden van chaos en angst flitsen door mijn hoofd. Een harde knal, schreeuwende kinderen, bloed op de grond.
Terwijl het dodenaantal stijgt, krijg ik het zelf benauwd. Het is net een spelletje: maak het rijtje af. Frankrijk, België, Nederland, toch? Doelwitten zijn luchthavens en grote stations, denk Schiphol of Utrecht Centraal. Ik reis bijna elke dag via Utrecht Centraal. Moet ik dat nu vermijden?

Achterdocht
Nee, zeggen koningen en ministers. We mogen ‘ze’ niet hun zin geven. Wie ‘ze’ dan ook zijn. Ze komen over onze grenzen, verschuilen zich in de rijtjeshuizen van doodgewone woonwijken en dringen voor in de rij bij de supermarkt. Nederland verandert in een broedplaats voor aspirant-jihadisten. En wij staan erbij en kijken ernaar.
Je zou het bijna gaan denken. Gezond verstand maakt plaats voor achterdocht en angst. Zelf heb ik er ook last van. De eieren dit paasweekend hebben een flauwe nasmaak. Ik denk aan de slachtoffers, waaronder drie Nederlanders. Een vrouw uit Deventer en een broer en zus uit Maastricht, niet veel ouder dan ik nu ben.

Kleurenblind
Wat dacht het trio toen ze met bagage en bomgordels door de overvolle vertrekhal slenterden? Dachten ze aan de reizigers die over enkele minuten bloedend op de grond zouden liggen? Of dachten ze aan hun eigen levens en de 72 maagden die hun straks zouden opwachten in de hemel? Rechtvaardigt een ‘Allahu akbar’, dan niet stilzwijgend uitgesproken met de druk van een knop, het wegnemen van tientallen levens?
Nee, dat doet het niet. Geen enkel geloof staat voor het vermoorden van onschuldige mensen. Toch laten ze het ons wel geloven. Terreur en onvoorspelbaarheid zijn wapens om de wilskracht van een volk te breken. Het liefst zien ze ons kleurenblind van angst. Dan zien we enkel nog zwart en wit, links en rechts, terroristenknuffelaar en xenofoob. Misschien moeten we ons niet afvragen aan welke kant we staan, maar of er wel kanten zijn.
Een volk terneergeslagen door tweestrijd, dat is het doel. Met wrok in je hart kun je namelijk enkel haat zaaien. Een zorgelijke ontwikkeling vind ik dat, want we scheiden waar we moeten verenigen. Niet iedereen die PVV stemt is een racist, net zo min als achter elke bebaarde moslim een bomgordel schuilt.

Rechte rug
Elk weldenkend mens, gelovig of niet, keurt deze aanslagen af. Ik zie het aan de rozen bij het vliegveld, de kaarsjes bij het metrostation en de krijttekeningen op het Beursplein in Brussel. Een jongetje van een jaar of tien schrijft zijn boodschap op de straatstenen. Nous n’avons pas peur. Wij zijn niet bang. Hij hangt woorden als een deken van troost over de schouders van Brussel.
We zijn Charlie, Parijs, Istanbul, Brussel en welke steden er nog komen gaan. Helemaal veilig zijn we niet, maar we moeten ons afvragen of we dat ooit zijn geweest. Elke dag zou een 13 november of 22 maart kunnen zijn. Aan ons de keus of we deze tijd doorbrengen met gebogen hoofd of rechte rug. De grootste vijand zit niet verscholen in Molenbeek, maar in ons eigen hoofd. Laat angst niet regeren.
Afbeeldingen: politico.eu, nrc.nl
Comments