'Ze hebben mijn hart gestolen'
- bkeizerr
- 11 dec 2015
- 3 minuten om te lezen
‘Ik ben Nour. Ik ben tien jaar’. Dit zijn de eerste Nederlandse zinnen die Nour uit Irak leert. Een beetje onhandig zet ze haar pen aan de linkerkant van het papier en begint ze te schrijven. Nour is één van de veertig vluchtelingen die woensdagavond taalles heeft gekregen in kinderdagverblijf de Linde in Soesterberg.
De locatie ligt op tien minuten loopafstand van de noodopvang op Kamp van Zeist. Om acht uur komen de eerste vluchtelingen binnen. Ze zijn op de fiets, want ook dat kunnen ze al een beetje. De groep wordt ontvangen met koffie en wat lekkers. Terwijl ze snoepen van het gevulde speculaas, slaan ze hun schriften open. Tijd om aan de slag te gaan.

Afleiding
De vrijwilligers zijn druk in gesprek met de vluchtelingen. Lang moest er worden gezocht naar een geschikte locatie. Uiteindelijk heeft de gemeente Soest de Linde in Soesterberg ter beschikking gesteld. De komende twee maanden zullen hier er elke maandag- en woensdagavond lessen worden verzorgd.
Marleen Miedema is één van de vrijwilligers die de taalles organiseert. ‘Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) organiseert de opvang, maar dit project is een initiatief van vrijwilligers’, vertelt ze. ‘Deze mensen zitten vierentwintig uur per dag zonder vermaak in een relatief kleine ruimte. Op deze manier willen we ze afleiding bieden, terwijl ze tegelijkertijd de taal leren.’

Hollandse ‘G’
Syriërs, Irakezen, maar ook Eritreeërs en een enkele Bulgaar leren vanavond de beginselen van de Nederlandse taal. Aan een tafel wordt druk geoefend met het alfabet, terwijl een groepje aan de overkant Nederlandse werkwoorden opdreunt. Een vluchteling probeert op de klok te lezen hoe laat het is. ‘Half neggggen’, zo goed als hij kan bootst hij de Hollandse ‘G’ na.
Tarfic Hesso (50) behoort tot de gevorderde groep. Hij is gevlucht uit Syrië, maar voelt zich inmiddels thuis in Soesterberg. ‘Ik leer graag Nederlands’, vertelt hij. Het spreken gaat hem goed af, maar correct spellen vindt hij nog lastig. Toch is Tarfic vastberaden het onder de knie te krijgen.

Stroopwafels
Ook Payman (9) is druk aan het schrijven. Met een groepje Syrische kinderen leert hij over dieren. Hond, kat, paard, koe…IJverig tekent hij elk dier op papier en schrijft de naam erbij. ‘Dankjewel!’ roept hij wanneer hij een stroopwafel krijgt aangereikt van een vrijwilligster. Met een glimlach deelt zij koekjes uit aan de kinderen. ‘Ze hebben mijn hart gestolen’, verzucht ze.
Dankbaar
Vrijwillig taalles geven is dankbaar werk, vindt Miedema: ‘Deze mensen hebben ons hard nodig en daarnaast is het hele waardevolle taak. Niet alleen voor de vluchtelingen die de taal leren, maar ook voor jezelf. Als vrijwilliger maak je kennis met een compleet nieuwe wereld.’
Na anderhalf uur schrijven en lezen, is het tijd voor de vluchteling om weer naar ‘huis’ te gaan. Voordat ze op hun fiets stappen laten Nour en Payman vol trots hun versie van ‘hoofd, schouders, knie en teen’ horen die ze zojuist hebben geleerd. Tot volgende week!,’ roepen ze erachteraan.

Als journalist moet je altijd objectief blijven. Wat dat betreft faalde ik die woensdagavond als journaliste, want de vluchtelingen hebben een plekje in mijn hart gekregen. Ik vond het een bijzondere ervaring om deze mensen taalles mogen te geven Zo bijzonder dat ik er volgende week weer bij ben. Niet als verslaggever, maar als vrijwilliger.
Vrijwilligers kunnen zich aanmelden op www.welkominzeist.nu.
Comments