Schijt aan spijt
- bkeizerr
- 16 sep 2015
- 3 minuten om te lezen
Even was de journalist zelf wereldnieuws. Een uitgestoken voet gaf de Hongaarse Petra László een enkeltje voorpagina. Hoogmoed komt voor de val- en spijt komt na de tackel.

De wereld was in shock toen de video vrijkwam van de vrouw die bij de Servisch-Hongaarse grens een man met een kind in zijn armen liet struikelen. Niet veel later verschenen er beelden op Twitter waarop te zien is hoe dezelfde verslaggeefster trappende bewegingen maakt naar een vluchtend meisje.
Instinctief
Natuurlijk hoef ik je niet te herinneren aan de schrijnende vluchtelingenstroom die zich momenteel in Europa afspeelt. De foto van een levenloze Aylan, het Syrische jongetje dat aanspoelde op de Turkse kust, staat nog op ons netvlies gebrand. Aylan en zijn familie wilden de overkant halen, maar hij haalde alleen het nieuws.
Het filmpje van de Hongaarse cameravrouw werd vervolgens met horror en afschuw aanschouwd. Petra vindt alle ophef onterecht. In een open brief aan een Hongaarse krant schrijft ze dat ze in paniek raakte en slechts instinctief handelde. ‘Ik ben nu pas genoeg bijgekomen om erover te schrijven,’ vertelt ze. ‘Ik ben nog in shock en heb echt spijt van wat er is gebeurd.’

Zondebok
Spijt vind ik zo’n heerlijk nutteloos woord. In dit leven zijn er namelijk twee soorten spijt: berouw (had ik mijn opa/ zwager/ goudvis maar vaker opgezocht voordat ‘ie stierf) en schaamteloze schuld (sorry dat ik jouw toetje heb opgegeten, maar de volgende keer doe ik het gewoon nog een keer).
Maar wat is Petra’s spijt? Heeft ze oprecht berouw over de vluchteling die ze de grond liet proeven van een land dat nooit zijn thuis zal zijn? Of heeft ze meer medelijden met zichzelf, nu ze een publieke zondebok is geworden?
Smullen
Ergens heb ik ook medelijden met haar. Vluchtelingen laten struikelen is voor de meesten geen instinctieve reactie, maar we gaan allemaal weleens de mist in. We zijn ook gewoon mensen. En net als ieder ander smullen wij graag van andermans leed.
Mede daardoor krijgen personen wiens leven in de schijnwerpers staat het extra zwaar te voortduren. Van sporthelden tot politici, allemaal bejubelen we hun succes in gouden tijden, maar roddelen we als dames bij een theekransje wanneer onze ‘idolen’ op hun bek gaan. En wat doe je dan als BN’er? Juist, sorry zeggen.

Urine
Een schoolvoorbeeld van onze Sorry-Democratie is natuurlijk staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn. Hij maakte zijn welgemeende excuses voor de onrust die begin dit jaar is ontstaan door problemen met de uitbetaling van het persoonsgebonden budget. Extra pijnlijk werd het voor de politicus toen zijn 81-jarige vader in het AD aan de alarmbel trok over de slechte verzorging van zijn dementerende vrouw.
Een bejaarde moeder waarvan de urine langs de enkels loopt omdat ze niet verschoond wordt, is niet de beste reclame voor zijn functie als ‘waarborger van de Nederlandse zorg’. In een interview verklaarde van Rijn later dat de zorg voor zijn moeder destijds ‘niet optimaal’ was. Tegelijkertijd betreurde hij de situatie van alle getroffenen door bezuiniging in de zorg.

‘Sorry’
Deze persoonlijke excuses maken politici of publieke figuren simpelweg om verdere imagoschade te voorkomen. ‘Sorry, het spijt me, het zal niet meer gebeuren, mag ik nu blijven?’ We hebben het riedeltje al honderden keren gehoord en ik word er inmiddels een beetje ziek van. Een spijtbetuiging is alleen wat waard als deze gemeend overkomt.
Misschien voelen sommige mensen zich aangevallen door deze column. Ik heb immers wel erg veel praatjes voor een blond meisje van 19.
In dat geval: het spijt me. Of dat welgemeende excuses zijn of niet, laat ik aan jou over.
Afbeeldingen: petapixel.com, letshaveafit.wordpress.com, volkskrant.nl, dewarmloper.wordpress.com
Comments