'Had ik maar...'
- bkeizerr
- 8 jul 2015
- 2 minuten om te lezen
Een zonnige middag op een nog zonniger terras. Jongen met gouden lokken (en verdacht veel lijkend op mijn favoriete acteur) maakt oogcontact. Als onze blikken kruisen, merk ik dat mijn wangen roder worden dan het glas wijn dat voor me staat. Ik kijk nogmaals, hij kijkt nogmaals, maar ik zeg niets.

Ik voel zijn ogen me volgen terwijl ik opsta om te vertrekken. Nog zo’n vijf passen en dan passeer ik zijn tafeltje. Ongemak mengt zich met opwinding. ‘Hé,’ klinkt het uit zijn mond. ‘Hoi,’ hoor ik mezelf antwoorden.
Ik wil een gesprek met hem beginnen. Over het weer, de omelet die hij heeft besteld, gasboringen in Groningen- alles om maar even met hem te kunnen praten. Het is net alsof iemand het hek in de wei heeft open laten staan, want ik weet geen koetjes en kalfjes te bedenken. Hij kijkt op alsof ik iets ga zeggen. Ik loop door.
Eenmaal thuis kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom heb ik niks gezegd? Normaal ben ik een spraakwaterval, die zelfs de Niagara in verlegenheid zou brengen en nu sla ik dicht. Had ik maar…

Spijt
Een van de vervelendste woorden in de Nederlandse taal is het, ‘spijt’. En dan doel ik niet op het sorry-zeggen-spijt (ik verontschuldig mezelf nog voor iemand die tegen mij opbotst), maar het spijt dat je krijgt omdat je bepaalde dingen niet hebt gedaan. ‘Had ik maar…’
‘Niemand wenst op zijn sterfbed dat hij meer tijd op kantoor had doorgebracht,’ is een bekende uitspraak van managementgoeroe Stephen Corvey. En inderdaad, pas achteraf zien we pas hoe we sommige dingen graag anders hadden gedaan.
Wanneer ik later als (hopelijk) oud besje op mijn sterfbed lig, wil ik geen nare bijsmaak van spijt proeven in mijn tandloze mond. Ik wil geen waslijst van de dingen die ik niet heb gedaan.
Had ik mijn oma maar vaker opgezocht voor ze overleed. Had ik die wereldreis maar gemaakt. Had ik maar die baan aangenomen. Had ik maar…

Versnelling
Het broertje van ’Spijt’ is ‘Durf’. Durven is een bijzonder talent. Het nemen van een drempel en het aangaan van risico’s- alleen al van het durven zelf. De eerste keer dat ik achter het stuur moest stappen, was ik zo overstuur (Ha. Ha.) dat ik bijna vergat om mijn gordel om te doen. Inmiddels is het tweede natuur geworden en zou zelfs Louis Hamilton iets van mij kunnen leren (althans, dat maak ik mezelf graag wijs).
De eerste stap, of in dit geval de eerste versnelling, is het lastigst. Als je dan eenmaal hebt gedurfd, lijkt het vaak zo eng niet meer. Ik kan in de hoogste versnelling gaan of met een lekke band in de berm belanden, maar ik geef in ieder geval gas. Beter vaak gefaald, dan nooit geprobeerd.
De volgende keer dat ik een zekere jongen met gouden lokken tegen kom op het terras, ga ik hem niet uit de weg. Geen ‘had ik maar’, maar een ‘Hoi, ik ben Bernadette’. Al zijn mijn wangen nog zo rood.
Afbeeldingen: ibiza.nl, thethingswesay.com, loesje.nl
Comments